■ Opbellen
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u het nummer in het display
wilt wijzigen, drukt u links of rechts op
om de cursor te verplaatsen en op
Wis
om het teken links van de cursor te verwijderen.
Voor internationale gesprekken: druk tweemaal op
voor het plusteken (+)
(dit vervangt de internationale toegangscode) en toets de landcode, het
netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op
om het nummer te bellen.
Een foto maken en in een multimediabericht verzenden (alleen in UMTS-
netwerken): druk op de cameratoets en druk op
Foto
(of nogmaals op de
cameratoets). Als u een foto naar een compatibel apparaat wilt zenden
(netwerkdienst), drukt u op
Opties
en selecteert u
Verzenden
.
3. Druk op
om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
Een telefoonnummer uit de lijst met contacten bellen
Druk onder of boven op
in de standby-modus. Toets de eerste letter(s) in van
de naam die bij het telefoonnummer is opgeslagen. Ga met
naar de gewenste
naam. Druk op
Gegev.
of houd
ingedrukt om het telefoonnummer weer te
geven dat bij de naam werd opgeslagen. Druk op
om te bellen.
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
38
Een van de laatstgekozen nummers herhalen
Druk vanuit de standby-modus eenmaal op
om de lijst met 20 laatstgekozen
nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en
druk op
om het nummer te bellen.
Druk tweemaal op
vanuit de standby-modus om het laatstgekozen nummer
te herhalen.
Uw voicemail bellen
Houd
ingedrukt vanuit de standby-modus of druk op
en
om uw
voicemail te bellen (netwerkdienst).
Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op
OK
. Zie ook
Spraakberichten
op pagina
78
.
Wanneer u een spraakbericht hebt ontvangen, wordt
bovenaan in het display
weergegeven (netwerkdienst). Druk op
Luister
om het voicemailnummer te bellen.
Spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een telefoonnummer bellen door een of meer aan het nummer gekoppelde
woorden uit te spreken. Zie
Spraakgestuurde nummerkeuze
op pagina
92
.
Snelkeuzetoetsen
Als u een telefoonnummer hebt geprogrammeerd onder een van de
snelkeuzetoetsen
tot en met
(zie
Snelkeuze
op pagina
95
), kunt u dat
nummer op een van de volgende manieren bellen:
• Druk vanuit de standby-modus op de gewenste cijfertoets en op
. OF:
39
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
• Als de functie
Snelkeuze
(zie pagina
100
) is ingeschakeld, houdt u de
snelkeuzetoets ingedrukt in de standby-modus totdat het kiezen is gestart.
Tijdens een gesprek een ander gesprek starten (netwerkdienst)
Druk tijdens een gesprek op
Opties
en kies
Nieuwe oproep
. Toets het
telefoonnummer in of haal het op uit de lijst met contacten en druk op
Bellen
of
op
. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
• Als u wilt schakelen tussen de twee gesprekken, drukt u op
Wissel.
of op
.
U kunt het actieve gesprek beëindigen door op
te drukken of door op
Opties
te drukken en
Beëindigen
te selecteren. Druk op
Opties
en selecteer
Alles afsluiten
als u beide gesprekken wilt beëindigen.
• Als u de twee gesprekken wilt laten deelnemen aan een conferentiegesprek
(netwerkdienst), drukt u op
Opties
en selecteert u
Conferentie
. Als u een privé-
gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, selecteert u
Apart
en
selecteert u de deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek wilt
deelnemen, selecteert u
Conferentie
. Druk op
als u het gesprek wilt
beëindigen.